Iedereen komt het wel eens tegen. Jij zit lekker in je vel, maar je vriendin/familielid/kennis dus niet. Dat geeft vaak een machteloos gevoel, omdat je het idee hebt dat je niets voor die ander kunt doen wat helpt. Of, omdat je merkt dat de adviezen die jij geeft niet in dank worden aangenomen, terwijl je toch het beste met die ander voor hebt. Voor jou zou dat zelfs als afwijzing kunnen voelen, waardoor een relatie beschadigd zou kunnen raken. Jammer vooral omdat het niet nodig is.

Wat kun je doen?

Daarom hier wat tips, waardoor je beseft dat een ander ondersteunen heel wat makkelijker is dan je denkt. Maar daar moet je soms een heel stuk minder voor doen, dan jij denkt.

  • 1- Er zijn.

Het zit in een mens, om mensen waar jij om geeft te helpen als ze het moeilijk hebben. Maar besef dat die ander ook kan aangeven dat hij/zij geen hulp nodig heeft.  Dat kan bij jou de gedachte geven: nou dan niet, bekijk het dan zelf maar. Ook begrijpelijk, maar degene met problemen probeert misschien wel angstvallig zelf de regie te houden. Jouw aandacht wordt echt gezien, houdt contact, want ook dat helpt.

  • 2- Luisteren.

Als je doorvraagt en samenvat wat je gehoord hebt, laat je zien dat je echt luistert. Jij hoeft niet met de oplossing te komen en mag best aangeven dat jij niet weet wat je moet zeggen. Weten dat er geluisterd wordt helpt al.

  • 3- Je zorgen uiten.

Daar zou je het tegenovergestelde mee kunnen bereiken, als je dat niet goed ik kleed. Hoe goed je het ook bedoeld. Vertel wat jij denkt te zien en wat jij daarbij voelt. Dus niet:” Jij moet eens iets gaan doen aan je angst”, maar “Ik maak me zorgen om je, zie ik het goed dat het niet zo lekker met je gaat?”

  • 4- Reageren.

Veel mensen die niet goed in hun vel zitten hebben last van schuld en schaamte. Dat herken je doordat die ander regelmatig zegt: “Had ik maar …..”  Je helpt dan eigenlijk alleen als je die gevoelens erkent en zegt dat het je dat heel naar vindt. Bagatelliseer het niet. Schuldgevoelens geeft immers aan dat je het de volgende keer kunt voorkomen. Iets wat meestal niet zo is. Wat je wel kunt doen is samen kijken hoe die ander het de volgende keer anders kan doen.

Zinnen waar je schuld en schaamte mee oproept:

– het zou mij nooit gebeuren

– ach joh, maak je niet zo druk.

– wees blij dat je er nog bent

– het komt wel goed

Vele denken nu, dat zou ik nooit zeggen, maar uit je eigen machteloosheid, krijg je vaak wel de neiging om het te zeggen.

  • 5- Regie geven.

Ga er niet vanuit dat wat jij voor die ander wil doen ook is wat die ander zelf wil. Bied niet aan om boodschappen te doen, maar vraag wat je voor haar/hem zou kunnen doen. Als er boodschappen nodig zijn, kan ze/hij daar zelf over beslissen.

Zou houdt de ander de regie en wordt zijn veerkracht en zelfredzaamheid aangesproken. Te veel hulp kan het aanspreken hiervan doen stoppen. En alleen in actie kan aan herstel gewerkt worden.

  • 6- Hulp van een professional.

Als jij het idee hebt dat die ander er zelf niet meer uit gaat komen, zeg dan niet, “je moet eens met iemand gaan praten”. Jij hebt daarmee het beste voor die ander voor, maar het kan overkomen als: je kunt het niet zelf, en dat geeft een gevoel van falen. Daarnaast zal iemand zelf die stap moeten zetten wil het hulpverleningstraject succesvol zijn.

Zeg liever: “Ik weet nog wel een iemand die jou zou kunnen helpen (of bespreek het eens met je huisarts), laat het maar weten als jij er behoefte aan hebt”.

Zo zie je, je kunt best veel doen voor iemand die niet lekker in zijn vel zit, maar het werk moet je aan die ander overlaten.

Categories:

Comments are closed

Archieven
Categorieën